Vergeet de anderen in nood niet
05/04/2022 - Vluchtelingen uit Oekraine worden met open armen ontvangen in Woerden. Een warm welkom door vele vrijwilligers die klussen in de Stadspoort, door inwoners die mensen in huis nemen, door alle betrokken organisaties om klaar te staan voor opvang en begeleiding. Fantastisch en een groot dankjewel!
Laten we echter niet vergeten dat er nog veel meer mensen in nood zijn. Vele andere vluchtelingen wachten al maanden, soms jaren op een plek om weer een toekomst te hebben, een bestaan op te bouwen. Hoewel we onlangs een heel goed plan hebben vastgesteld voor meer huisvesting statushouders zijn we nu weer wat teleurgesteld over de minimale ambitie die Woerden toont om meer mensen op te vangen als antwoord op de oproep aan de veiligheidsregio's. Woerden blijft opnieuw stil. Daarom klimmen we weer in de pen om vragen te stellen.
Na eerdere kritische blikken en noodsignalen, onder andere in de RIB Gezamenlijk bod aan het rijk “acute noodsituatie”, over de opvang van asielzoekers door het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) zijn het nu de veiligheidsregio's die alarm slaan. Voorzitter van de veiligheidsregio’s Hubert Bruls vroeg om een vorm van dwang om gemeenten te kunnen aanwijzen om mensen op te vangen. Daarbij gebruikte hij de woorden ‘het gaat zo niet verder’.
Progressief Woerden heeft daarover de volgende vragen aan het college:
1. Zien wij het goed dat deze verzoeken, nu ook vanuit de veiligheidsregio's, betekenen dat gemeenten onvoldoende hebben gedaan in het vrijwillig oppakken van hun verantwoordelijkheid tot het onderbrengen van asielzoekers?
2. Progressief Woerden volgt met een positieve blik de snelle start van opvang voor Oekraïners. Nu blijkt dat Woerden in staat is tot het opzetten van noodopvang, zou er ook meer inspanning geleverd kunnen worden om noodopvang asielzoekers op te zetten?
3. In lijn met de bovenstaande stukken leest Progressief Woerden met teleurstelling en verbazing het gezamenlijke bod waaruit blijkt dat Woerden geen rol gaat spelen in het opvangen van asielzoekers op de lange termijn. Wat is daarvan de reden? Welke mogelijkheden zijn overwogen? Wat waren argumenten voor en tegen?
4. Is het college het eens met Progressief Woerden dat een stad als Woerden minimaal moet kijken naar kleinschalige locaties van opvang?
5. Ten slotte, in het gezamenlijk bod wordt het volgende gesteld: ‘We vragen van het Rijk een bijdrage om de ambtelijke inzet (of inhuur) te bekostigen voor de flexibiliseringsopgaven. Ter indicatie: de gemeente Woerden heeft deze inzet begroot op minimaal 76.800 euro (programmamanager).’ Kan het college de raad op de hoogte stellen op dit punt en de vorderingen daarbij?