Utrecht zet in een mum van tijd modulaire flexwoningen neer die lang meekunnen
25/04/2025 - Vroeger stond op deze plek in de Utrechtse wijk Hoograven een betonmortelfabriek, nu zijn er luxueuze flexwoningen verrezen.Jean-Pierre Jans
In de fabriek kunnen woningen goedkoper en sneller worden gebouwd. Op deze wijze zijn er in zeven maanden tijd 135 woningen in Utrecht neergezet. Die kunnen decennia blijven staan indien nodig.
Van Martijn Roessingh voor Trouw
redacteur woningmarkt
21 april 2025,
Utrecht zet in een mum van tijd modulaire flexwoningen neer die lang meekunnen
“Het zijn tijdelijke woningen, maar met een permanente bouwkwaliteit”, concludeert de Utrechtse wethouder Dennis de Vries (Wonen) tevreden. “En dan het dakterras!”
De Vries spreekt tijdens de officiële opening van een klein wooncomplex aan het Merwedekanaal in het zuiden van de stad. Vroeger stond hier een betonmortelfabriek, nu staan er 135 flexwoningen.
Wie daarbij denkt aan monotone, gestapelde stalen containerwoningen, heeft het mis. Deze modules zijn goed geïsoleerd, hebben dubbelglas, zijn gebouwd met veel houten elementen en afgewerkt met houten betimmering of een stalen front – wat een wand met modules visueel tot één geheel maakt. Het is geen standaardflat, maar het oogt stevig en zelfs wat luxueus.
Spectaculair uitzicht
Ook is er zonwering tegen de hitte – een belangrijk probleem in de vroegere flexcontainers – en iedere woning heeft een warmtepomp die gevoed wordt door zonnepanelen en die ook een beetje kan koelen. Het dakterras is inderdaad spectaculair. Het biedt uitzicht over het Merwedekanaal, de Vaartsche Rijn en tot ver over Utrecht.
Advertentie
Jean-Pierre Jans
Toch zijn de modules zelf wel degelijk gemaakt in een fabriekshal vol robots van Daiwa House Modular Europe in Montfoort, 20 kilometer verderop. Slechts zeven maanden zat er tussen het begin van de productie en de komst van de eerste bewoners. “Als ze hier met het grondwerk starten, kunnen wij al beginnen met de modules”, legt Michiel Gieben van Daiwa House uit. “Door dit soort parallelle planning bespaar je zeker de helft van de tijd.”
Opschaling
In een tijd van woningschaarste is snelle bouw broodnodig. Volgens Jan van der Doelen, sectorspecialist Building & Construction bij ING, komt momenteel zo’n 20 procent van de nieuwbouw geheel of gedeeltelijk uit de fabriek. Het streven van de regering is dat in 2030 de helft te laten zijn. Dan zouden er jaarlijks pakweg 50.000 woningen geheel of grotendeels in fabrieken moeten worden gemaakt.
“Het grote voordeel is dat de productie snel kan en relatief goedkoop”, legt Van der Doelen uit. “En ook dat het kan met verhoudingsgewijs weinig uitstoot van broeikasgassen en stikstof. Daarnaast is geïndustrialiseerd bouwen goed geschikt voor het gebruik van biobased materialen als hout.”
Een toename van industrieel bouwen vereist wel een flinke opschaling. “De grote bouwers zetten er stevig op in, en ook tientallen iets kleinere bouwers. Om aan voldoende capaciteit te komen, zal er veel samengewerkt of gefuseerd moeten worden. Want er zijn forse investeringen nodig om zo’n fabriek neer te zetten.”
Bouwplannen vaak vertraagd
En als er dan een fabriek staat, is het zaak die capaciteit ook te benutten. Dan helpt het niet als onduidelijkheid is wanneer een bouwproject echt van start kan, zoals nu vaak het geval is. Vertraging in de planvorming, door bezwaarprocedures of door bijvoorbeeld de stikstofproblematiek en de netcongestie, maken het lastig de productie gaande te houden.
Van der Doelen: “Daardoor zie je nu dat industriële bouw voor een groot deel wordt benut voor flexwoningen, want die worden vaak in een veel kortere tijdspanne neergezet. Kwalitatief zijn die overigens vaak al even goed als woningen op permanente locaties.”
Anne Blaak
Zo ook in dit wijkje in Utrecht. De woningen hoeven bovendien geen uniforme hokjes meer te zijn. “We hebben ervoor gekozen niet alleen enkele studio’s neer te zetten”, zegt Anemoon van Dijk van corporatie Woonin, die het complex heeft laten neerzetten. “Er zijn naast 43 studio’s van 24 vierkante meter ook 103 woningen met twee kamers (48 vierkante meter) en vier woningen met drie kamers (72 vierkante meter). Op termijn is dat beter voor de bewonersmix in zo’n complex, het bevordert de leefbaarheid.”
Statushouders ondersteunen
Je zou er permanent kunnen wonen, maar dat mag niet vanwege de nabijheid van de A12. “Ik hoor er binnen niets van, en ook niet van mijn buren”, vertelt bewoner Joris van der Put (49) in zijn lichte tweekamerwoning, Zijn woning bestaat feitelijk uit twee modules die in de fabriek iets anders zijn ingedeeld en daarna zijn gekoppeld. Van der Put legde zelf de strakke kurkvloer, wat bij de overgang tussen de twee modules nog wel enig egaliseerwerk vergde.
Een flexwoning met uitzicht over het Merwedekanaal.Jean-Pierre Jans
Om hier te mogen wonen, moest Van der Put een vragenlijst invullen en een gesprek voeren met Woonin. De corporatie heeft in het complex ook 39 statushouders gevestigd. Een vereiste is dat je hen als bewoner wil ondersteunen en actief deel uitmaakt van de gemeenschap in het complex. Een professionele ‘community manager’ begeleidt dat proces.
Zo’n gemeenschap bouwen is ook een langetermijninvestering, want misschien wordt de geplande tien jaar flex wel permanent. Als er een oplossing komt voor het snelweggeluid kunnen de woningen gewoon blijven staan.
Circulair en duurzaam
Mocht het complex toch plaats moeten maken voor iets anders, dan is het helemaal demontabel en op andere plekken weer op te bouwen, ook als een vaste woning. “Of het ene deel van de modules op de ene plek, en het andere deel elders”, zegt Gieben, “het is in dat opzicht circulair en duurzaam in gebruik”.
Pronkstuk in de gemeenschappelijke ruimte van het complex is een enorm lange houten tafel. Ontworpen door voormalig meubelmaker Van der Put en gemaakt door de Syrische statushouder Tareq Haj Taha, die inmiddels zelf als meubelmaker aan de slag is. Een ideale plek om gezamenlijk te eten – er is ook een keuken – of Nederlandse les te geven. Met vrij uitzicht op, ook hier, het Merwedekanaal.