Wilders
Geschreven door Wim van Geelen op 23 augustus 2007
Ik verscheurde je foto. Ooit een door Koos Alberts gezongen smartlap van de bovenste plank.
Daar zou je geen gek figuur mee slaan op het Woerdense smartlappenfestival. Nooit gedacht dat ik dat ooit nog eens zou doen. Een foto verscheuren. Een foto van een oude liefde? Nee, een foto waar ik samen op sta met Geert Wilders. Zij aan zij eigenlijk. Gebroederlijk naast elkaar. Net niet de armen om elkaars schouders. Maar veel scheelt het niet. Dat behoeft dus uitleg. Waarom stonden wij naast elkaar en waarom dan nu de daad bij het gezongen woord van Koos gevoegd? Twintig jaar geleden werkte ik in Utrecht. Daar was ik onder meer secretaris van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken . Lid van die commissie namens de VVD was een zekere Wilders. Toen een weinig opvallend, zeg maar gerust een kleurloos, lid van de Utrechtse gemeenteraad. Het woord voerde hij nauwelijks, of kreeg daar van de fractie de kans niet toe. Misschien om uitglijders te voorkomen, wie zal het zeggen. Maar hij mocht wel mee op het jaarlijkse uitje van de raadscommissie. In 1996 zouden we in een etmaal maar liefst 3 steden bezoeken, Londen, Hamburg en Stockholm. Het doel was om ons te oriënteren op het stadshart. Utrecht had z’n Hoog Catharijne waar, zoals bekend, veel problemen mee waren. Het moest grondig op de schop en bekeken werd hoe die andere steden nu met dit soort problemen om gingen. Uiteraard moest op enig moment het gezelschap op de foto. Opstelten, de toenmalige burgemeester uiteraard prominent op de voorgrond. Een backbencher als Wilders en ik als eenvoudig ambtenaartje op de achtergrond. Geen raadslid, laat staan een wethouder, die naast Wilders wilde staan. Ook toen al! Dus mij werd die eer gegund.
We zijn nu tien jaar verder. Een backbencher is Wilders al lang niet meer en ook verbaal heeft hij aan kracht gewonnen. In de pers heet hij al een ongewoon retorisch talent te zijn. Om dat te worden moet je wel de ruimte krijgen en die gaf de Tweede Kamer hem afgelopen donderdag. Op de agenda stond het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over ontwikkelingen in de moslimwereld. De spreektijd was voor elke fractie 10 minuten. Het bestond Wilders echter om 70 minuten lang aan het woord te blijven door alle interrupties die op hem werden afgevuurd. Veel had Wilders niet te vertellen, maar wat hij, om in zijn taalgebruik te blijven, uit zijn strot kreeg was schokkend. Te meer daar hij de vrijheid van meningsuiting die hij voor anderen en die anderen zijn natuurlijk de moslims, aan banden wil leggen, voor zichzelf maximaal benutte. Zijn pleidooi om de Koran te verbieden en “in de prullenbak te mieteren” betekent, hoe onzinnig in feite ook, dat hij erop uit is om mensen te beletten in vrijheid hun geloof te kiezen en te beleven. Als je daarop uit bent dan moet je wel knettergek zijn. Eigenlijk moet je zo’n pleidooi niet serieus nemen. Hem op de vingers tikken is beter, vrijheid van meningsuiting is toch een kernwaarde van de beschaving die hij zegt hoog te hebben zitten? Maar als elke fractie, uit een te rechtvaardigen streven om politiek correct over te komen, hem het vuur aan de schenen te leggen, dan geef je dat creatuur de kans om die verwerpelijke boodschap keer op keer voor het voetlicht te brengen. Voortaan niet meer doen dus. Spreek af dat één man of vrouw namens de hele Kamer hem van repliek dient en hij krijgt de kans niet zijn verderfelijke boodschap in tig-voud te verkondigen. Afkeer van de man en zijn missie was voor mij aanleiding de foto te verscheuren, maar dat heeft de oplettende lezer ongetwijfeld al begrepen.
Tijdens het debat van afgelopen donderdag bleek dat de pogingen van zijn tegenstanders hem met inconsistenties en ongerijmdheden in zijn betoog te confronteren, haalden niets uit. Wilders bleef en blijft onverstoorbaar. Negeren of het tonen van morele verontwaardiging ook niet. Hij is overtuigd van zijn gelijk en de peilingen wijzen dat uit. Veel mensen steunen hem in zijn opvatting dat “een meerderheid in dit land de uiteenlopende verschijningsvormen van de Islam van de hoofddoekjes via de burka tot het halalvlees bij Albert Heijn spuugzat zijn”. Vogelaar met haar “gekwebbel”over de joods-christelijke en islamitische wortels van onze cultuur is in Wilders’ visie dus knettergek. Vroeger, heel vroeger, zeiden wij als kind al “wat je zegt ben je zelf!”. Maar Wilders is eerder gevaarlijk dan gek. Helaas. Hij doet niet wat hij zou moeten doen als iemand die overtuigd is van de superioriteit van zijn, de westerse beschaving, of wat er in zijn verziekte geest voor moet doorgaan. Want het is toch zo dat wie die overtuiging deelt juist de rationele en tolerante waarden van die cultuur zou moeten verdedigen?
De agitatie van Wilders (“liever polariseren dan islamiseren” als variant op liever Paaps dan Turks”) geeft de groep waarop hij zijn giftige pijlen richt het signaal dat men hier niet welkom is, dat we hen liever kwijt dan rijk zijn.
Hoewel hij in Woerden tamelijk veel stemmen kreeg bij de laatst gehouden Kamerverkiezingen, hoor je dit soort geluiden in de raadszaal gelukkig niet. Wel daar buiten helaas. Daar kan niet krachtig genoeg stelling tegen genomen worden en dat doet de fractie van PROGRESSIEF WOERDEN ook. Om het even of we het nu hebben over het minderhedenbeleid, het vluchtelingenbeleid, asielzoekers of inburgeringcursussen.
Wij vinden dat je moet nuanceren, de moslim bestaat net zo min als de Christen of de Nederlander.
We vinden ook dat je moet relativeren, ook al is er met 10% van een bepaalde groep iets vervelends aan de hand dan geldt dat voor de overige 90% niet.
We vinden tenslotte ook dat je moet respecteren. Respect voor al die gewone Turken, Chinezen, Somaliërs, Antillianen enz. enz. die hier naar toe gehaald of gekomen zijn en die gewikkeld zijn in het moeilijke, ingewikkelde en soms pijnlijke proces van taalverwerving, aanpassing en integratie. Het kan geen kwaad er ten overvloede wellicht mar eens op te wijzen dat In dat proces de religie (Christendom, Islam, Boeddhisme) bepaald geen eenduidige rol vervult, Vaak speelt de religieuze overtuiging helemaal geen rol, zoals bij het kiezen van een huis of een baan, soms is de religie voor sommigen een obstakel (voorbeelden te over) en vaak fungeert religie als houvast bij het behouden van een stuk eigen identiteit. Maar hoe dan ook in een rechtstaat als de onze geldt, nu we het toch over religie hebben, gelijke monniken gelijke kappen. Met de wet in de hand moeten mensen die daarvan niet overtuigd zijn zoals die kuifmans uit Venlo in ieder geval buiten het parlement de mond gesnoerd worden. Hoe eerder hoe beter!