Wijk lunches
Geschreven door Wim van Geelen op 17 juni 2007
Deze week stond voor mij in het teken van Koot en Bie.
Taalvirtuozen, ras-tiepetjesmakers, maatschappijcriticasters en ga zo maar door. Terecht hebben ze nu een grote tentoonstelling gekregen in het nieuwe mediamuseum in Hilversum. Ter gelegenheid van die tentoonstelling haalde ik een boek van 15 jaar geleden uit de kast, “Ons kent ons” van het duo , dat 15 jaar later model staat voor die tentoonstelling. Waarom zou ik daar de 2-wekelijkse column mee beginnen? Het antwoord ligt besloten in de show die het nieuwe kabinet afgelopen week heel Nederland aan de beeldbuis kluisterde. Gehakt zouden Koot en Bie gemaakt hebben van het 100 dagenplan van Balkenende en consorten en de manier waarop de conclusies gepresenteerd werden, 70 doelen en 10 projecten plus een scala aan ideetjes van loslopende Nederlanders. Maar helaas Koot en Bie treden niet meer op, dus we zullen die klus even zelf moeten klaren. Dat doe ik dan, maar ik probeer vervolgens een link te leggen met een politiek feit dat zich afgelopen week in Woerden afspeelde rondom de WMO, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Het belangrijkste verwijt dat men het Kabinet kan maken is dat men het land is ingegaan om in alle vrijblijvendheid het oor bij “de burger” te luisteren te leggen, zonder richting, zonder agenda, dus vrijblijvend. Roept u maar, wat vindt u er nou van? Terwijl het Kabinet het land in had moeten gaan om keuzes die het zou moeten maken op gebieden als Europa, het onderwijs, de arbeidsmarkt, de AOW, het ontslagstelsel en noem zo maar op, duidelijk te maken, uit te leggen. De burgers het idee geven dat men ze serieus neemt moet als het er echt om gaat keuzes te maken wel uitlopen op teleurstelling. Tijd om weer voor 100 dagen op pad te zijn zit er niet in. Tel dus uit je winst! Ik word overigens altijd een beetje triest als ik hoor dat politici het land in gaan, de bühne opklimmen om te luisteren naar wat “de burgers” te zeggen hebben. Om de indruk te geven dat burgers hen niet koud laten. Dat hun ideeën serieus genomen worden. Werden ze vroeger dan niet serieus genomen?
Lang niet zo leuk als “Ons kent ons” is het boekwerkje waarin het resultaat van die rondgang door het land is neergelegd. Verlucht met foto’s van de werkbezoeken, een rollebollende Rouvoet, Vogelaar tippelend door één van de 40 probleemwijken, wie kent die beelden niet. Maar leuk? Wat weer wel leuk is zijn de tekstballonnetjes, waarmee de ideeën die kabinetsleden her en der in het land hebben opgevangen worden weergegeven. Eén daarvan haalde zelfs de tafel van Buitenhof, afgelopen zondag de 17e juni. Een meldpunt voor gestolen fietsen! Hoe kom je erop? Een wereldidee, maar heeft het toegevoegde waarde, even afgezien van de praktische problemen die zullen rijzen als het idee geconcretiseerd zal worden? Voor de idee om een gedragscode voor sportverenigingen op te stellen geldt eigenlijk hetzelfde. Een belegen idee, de moeite van het opschrijven niet waard. Laat staan om in een oranje tekstballonnetje geperst te worden. Maar toch, er worden weer verwachtingen gewekt.
Zijn dit soort van ideeën al niet eerder bedacht door ons ambtelijk apparaat die, terzijde opgemerkt, door diezelfde burgers worden betaald om dit soort dingen uit te denken en uit te werken? Beseft de serieus genomen burger niet dat men eerst dat apparaat via de belastingen betaalt en dat men vervolgens dan nog gratis ideeën mag aan leveren? Als je het vriendelijk wil formuleren heet dat dubbel pakken.
Hetzelfde gevoel had ik afgelopen week een beetje toen ik lunchen mocht met onze wethouder Marjan Haak. Niet zo maar, want er zat een idee achter. Even een stukje voorgeschiedenis. Al enige tijd zijn wij in de Raad bezig met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Een nieuwe wet, waarin enkele (ver)ouderde wetten zijn samengebracht. De bedoeling van de wet is kort samengevat om iedereen te laten meedoen aan de samenleving. Niet iedereen is daartoe op eigen kracht in staat, b.v. mensen met een lichamelijk beperking en die moeten dan geholpen worden. Dat kan door hulpmiddelen beschikbaar te stellen aan hen of voor aangepast vervoer te regelen. Dat kan ook door huishoudelijk hulp aan te bieden en gunstige voorwaarden te scheppen voor mantelzorg. Gemeenten voeren die wet uit en dat betekent dat er een heel circus op gang gekomen is om allerlei verordeningen te maken, uitvoeringsregels op te stellen en een organisatie op te tuigen die de uitvoering voor haar rekening kan nemen. Het proces is nog niet klaar. Maar wel is al duidelijk dat de raadsfracties in Woerden het door het College uitgestippelde beleid steunen. Onze insteek als fractie PROGRESSIEF WOERDEN is inderdaad gelegen in die participatie. Die moet omhoog. Voor iedereen. Hindernissen? Die zijn er om opgeruimd te worden. Wij herkennen in het tot nu toe geformuleerde beleid dat het College dat ook nastreeft. Van politieke tegenstellingen is tot nu toe nog niets gebleken en dat zal naar verwachting in de toekomst ook niet het geval zijn. Maar hoe denkt “de burger” erover? Om daar achter te komen heeft verantwoordelijk wethouder Marjan Haak het plan opgevat om in 9 wijken in Woerden te gaan lunchen. Voor die lunch worden willekeurig een aantal mensen uitgenodigd en standaard is dat er ook een raadslid aan mag zitten. Ik haakte er ook naar, had succes en mocht op 14 juni jl. meedoen. Plaats van handeling was het wijkcentrum Molenvliet. Aan tafel zat een bont gezelschap, meest vrouwen en enkele heren die de pensioengerechtigde leeftijd al lang achter zich hadden gelaten. Wat vonden zij van de WMO? De WMO? Vaag van gehoord. Had het niet met eenzaamheid te maken? Nou eenzaamheid kwam weinig voor in de wijk. Men kende elkaar en hield oogjes in het zeil. Dat zat zo. Iedere mee-eter had een hond, een mevrouw had er zelfs 4. Men moest er dus dagelijks meerdere keren op uit en ontmoette zo anderen. Nee met een hond was je niet eenzaam en hoefde je geen beroep op de wet te doen. Maar ouderen dan zonder hond? Ja, voor hen is het een probleem, want die straten, zeker die rondom de Langewiek, daar was het maar moeilijk manoeuvreren met rollators. Daar moest de gemeente gauw eens wat aan gaan doen. Maar dat was toch bekend op het Stadhuis? Via een omweg kwam gelukkig toch nog een leerpunt voor de WMO ter sprake. Voor de rest ging het over verkeer, tweeverdieners en kinderopvang. Nuttige zaken, die leven onder de bevolking. Dat zeker, maar WMO-gerelateerd? Zou het er in de andere wijken anders aan toegaan? Ik betwijfel het. Toegevoegde waarde voor de uitvoeringspraktijk zullen die lunches niet opleveren. Wel worden verwachtingen geschapen die, als ze niet worden waargemaakt, bij “de burgers” het gevoel levend houden dat er toch echt wel sprake is van een kloof tussen hen en de politiek. Alle goede bedoelingen ten spijt. Veel haken en ogen dus die lunches.
Gelukkig worden er ook nog andere middelen uit de kast gehaald om inzicht te krijgen in hoe “de bevolking” de WMO ervaart. Gelijktijdig vinden ook gesprekken plaats met organisaties die weten hoe de vlag erbij staat en die weten wat kan en wat moet. Dat heeft wel toegevoegde waarde en daar gaat het tenslotte om.