Vriendschap
Geschreven door Wim van Geelen op 17 december 2007
Vriendschap is een illusie. Al eerder heb ik in een column laten weten dat Henk Westbroek’s het Goede Doel mijn favoriete popband is en als ik b.v. in het kader van de Top 2000 ga kiezen dan is “Vriendschap is een illusie” mijn absolute favoriete nummer.
Vriendschap moet je koesteren. Dat doe ik b.v. met de Stichting Het Groene Hart. Ik behoor tot de vrienden van die stichting met, zo lees ik in het jubileumnummer van de stichtingsperiodiek, die toevallig ook het Groene Hart heet, 99.999 anderen. Onlangs vierde de stichting een jubileum. Op de kop af 10 jaar bestond de stichting op 13 december jl., een mijlpaal en omdat deze column in wezen ook een mijlpaal bereikt heet, voor de 25ste keer!!! Geschreven, leek ’t me wijs om beide maar aan elkaar te koppelen. Over de Stichting Het Groene Hart deze keer dus. De stichting laat veel van zich horen. Het woord windmolen hoeft maar te vallen, geluidswal Veldhuizen, regionaal bedrijventerrein, de NV Utrecht of de stichting klimt in de pen met haar onvermoeibare directeur Bernt Feis, toevallig (maar wat heet?) ook actief binnen de PROGRESSIEF WOERDEN fractie. En dan gaat het bij deze onderwerpen alleen nog maar om Woerden en omgeving. De Stichting is ook actief in Gouda, Alphen a/d Rijn en noem nog maar een paar dwarsstraten op in onze groene buurt. Vaak met het waarschuwende vingertje in de lucht en heel soms met positief commentaar op overheidsbesluiten die het werkgebied van de stichting en dat is dus het groene hart, raken. Maar altijd constructief, voorzover een zelfbenoemde luis in de pels dat laatste kan zijn. “We herinneren gemeenten en provincies voortdurend aan vastgesteld overheidsbeleid om het Groene Hart open en groen te houden. De plannen en uitvoeringsprogramma’s zijn nog niet met zoveel bombarie vastgesteld of er wordt al weer aan geknaagd met plannen voor woningbouw hier en bedrijfsterreinen daar”. Dat de Stichting er een dagtaak aan heeft om die stoute overheden aan hun eerder gemaakte afspraken te houden mag duidelijk zijn. Dat is haar bestaansrecht en soms heeft de stichting succes. Maar tijd om op haar lauweren te rusten is er niet, want dan is het gevaar groot dat de een of andere knager zijn of haar tanden gezet heeft in weer een stukje groene hart met weer minder groene hart als onherroepelijk gevolg. De Stichting heeft onlangs alle bedreigingen voor het Groene Hart op een rijtje gezet en kwam tot het indrukwekkende aantal van 40. Wat Woerden betreft worden genoemd: het windmolenpark in Molenvliet, de golfbaan in Kamerik, het industrieterrein in Reijerscop en grootschalige woningbouw rond Harmelen ( plannen van de NV Utrecht).
Lauweren genoeg overigens, want in haar 10 jarig bestaan heeft de stichting heel wat voor elkaar weten te boksen. Om maar 10 dingen te noemen. Ze heeft een Visie op het Groene Hart gepresenteerd en die visie is de rode draad in alle publicaties die de stichting het licht heeft doen zien. Publicaties die zijn opgenomen in de Groene Hartbibilotheek. Daarin is ook de bestseller van collega-raadslid Jos van Riet over “kaas uit het hart” opgenomen. Manifestaties zijn er in die 10 jaar vele georganiseerd. Duurzaam ondernemen ligt de stichting na aan het hart evenals het water. De moeite van het vermelden waard is zeker ook de Canon van het Groene Hart. Die geeft een positief antwoord op de brandende vraag of het Groene Hart wel als een historische en culturele eenheid opgevat mag worden.
Terug naar het jubileum. Ruim 100 vrienden en vriendinnen hadden donderdag de 13e de weg naar de Willemshoeve gevonden. Aandachtig werd er geluisterd naar feestredenaar Hoetjes uit Gouda, professor bestuurskunde. Met zijn bestuurlijke bril op legde hij de drie overheden en hun relatie met het Groene Hart op de ontleedtafel. In dat verband passeerden ook de EU en de VN de revue. Vreemd is dat niet, want als het Groene Hart ooit tot werelderfgoed wordt verheven dan moet dat van de VN afkomen. Maar dat is nog toekomstmuziek. Beperken wij ons tot het huis van Thorbecke en de bestuurlijke indeling in Rijk, provincies en gemeenten. Feit vandaag is dat het rijk steeds meer afschuift naar de gemeenten en dat de provincies weinig bestuurlijke vuisten kunnen maken. Blijven de gemeenten over. Met de gemeenten als hoeders van het Groene Hart is er wat vreemds aan de hand. Als kleine knabbelaars, zoals Hoetjes het noemde, aan dat Groene Hart worden ze voor dat gedrag via het gemeentefond beloond. Meer huizen, meer bewoners betekent domweg meer centen, maar als men iets niet bouwt, iets groen of open houdt wordt dat niet in klinkende munt omgezet. Met zijn stelling om de verdelingssystematiek van het gemeentefonds te veranderen om het Groene Hart te sparen heeft Hoetjes absoluut een punt. Van de gemeenten moest hij in dit opzicht overigens weinig hebben. Het knabbelen aan groen zit ze nou eenmaal in de genen. Meer verwachte de hooggeleerde heer van de provincies. Maar als realist moest hij bekennen dat die er wat het Groene Hart betreft ook weinig van wisten te bakken. Maar Hoetjes had een voorstel. Het Groene Hart heeft met 4 provincies te maken. Als die nu twee bij twee samengaan dan zou Nederland gezegend worden met, in Hoetjes’ visie, een Groene Hartprovincie en een provincie voor de grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Hij prees het aan als panacee voor de kwalen die het Groene Hart bedreigen. Maar jaagt hij geen illusie na? Vriendschap is toch een illusie of zou het wat het Groene Hart betreft anders zijn? De vraag stellen is haar beantwoorden. Het is nee en dat betekent dat de Stichting Het Groene Hart haar zegenrijke werk nog wel enige tijd zal moeten voortzetten. Zo'n 40 jaar zie ik het ze nog wel volhouden. Dan zal er weer een mijlpaal bereikt zijn, het 50 jarig bestaan van de Stichting Het Groene Hart, maar ik vrees met grote vreze dat het hart dan niet meer helemaal groen zal zijn. Als feestredenaar zal dan ongetwijfeld een historicus uitgenodigd worden die zijn gehoor dan zal trakteren op een reis naar het verleden toen geluk hier in deze contreien nog echt groen en open was.