Turkije
Geschreven door Wim van Geelen op 9 april 2007
Soms wordt een onderwerp voor een nieuwe column je zo maar in de schoot geworpen. Dat is prettig, want het vinden van een aansprekend thema voor zo’n stukje is vaak het halve werk en het werk van een columnist is best tijdrovend, want ga er maar aanstaan! Turkije dit keer en dat stelt me in staat om het nuttige, de politiek (nee uiteraard niet de lokale politiek dit keer, maar Europese politiek) met het aangename ( een vakantie) te verbinden. Hoe kwam dit zo uit?
Wat was het geval? Een fractiegenote had als een soort van excuus-Loes deel uitgemaakt van een delegatie van gemeente- en provinciebestuurders, die samen met delegaties uit alle EU-landen naar Rome waren afgereisd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Gemeenschap. Opstelten leidde de Nederlandse delegatie. Over de hoofden van die delegaties heen werden eindeloze speeches uitgestort, die zonder noemenswaardige discussie geconsumeerd moesten worden, maar er werd ook lekker gedineerd. Loes trok uit alles wat zij daar in Rome hoorde drie conclusies:
Eén: burgers uit de EU willen weten wat de EU doet. Er moet dus veel meer aandacht zijn voor communicatie met die burgers, zodat er een bewustzijn ontstaat wat de EU concreet voor hun dagelijks leven betekent;
Twee: hun stem moet gehoord worden, wat wil zeggen dat democratie ook in Europa tot basis principe verheven zou moeten worden. Of om het anders te zeggen: het Europees Parlement moet het laatste woord hebben over een paar belangrijke grensoverschrijdende zaken;
Drie: dat zou bereikt kunnen worden door Europese burgers, te beginnen bij de jongeren te betrekken bij het debat over de toekomst van Europa.
Dat debat zou met name moeten gaan over:
· Milieubescherming, houdt niet bij de grenzen op en dat valt gemakkelijk uit te leggen;
· Buitenlandse politiek, als tegenwicht tegen de VS;
· Veiligheid, want ook criminaliteit is grensoverschrijdend;
· Welvaart, armoedebestrijding wereldwijd.
De bijeenkomst werd o.m. toegesproken door de collega van Opstelten uit Istanbul. Opmerkelijk omdat uitgerekend Turkije (nog) geen lid is van de EU. Hij had het over de aanpak van de problemen in zijn stad, milieuvervuiling, mobiliteit en armoede. Van de voortvarende manier waarop met name het dichtslibben van de stad wordt aangepakt door het aanleggen van een grootschalig metronet kunnen wij hier nog best wat leren.
In mijn reactie aan Loes complimenteerde ik haar met haar verslag en gaf ik te kennen toch wel een tikje jaloers op haar te zijn. Want zij had de burgemeester van Istanbul gezien en naar hem geluisterd. Ik stond op dat moment samen met echtgenote Sytske op het punt om naar die stad te vertrekken en ons zou dat voorrecht om hem te zien niet beschoren zijn. Dat meende ik oprecht.
Maar het onverwachte gebeurde toch. Er werd toen wij er waren op het centrale plein van Istanbul, Taksim, waar een tentencomplex was opgetrokken, een tulpententoonstelling georganiseerd en die werd door de burgemeester, Kadir Topbaş geopend.
Bij aankomst in die miljoenenstad, bijna net zoveel inwoners als heel Nederland, ondervonden wij aan den lijve wat het betekent om er twee paspoorten op na te houden. Houders daarvan passeerden moeiteloos de douane, terwijl wij houders van alleen maar een Nederlands paspoort behoorlijk lang bezig gehouden werden met het afwikkelen van visa-procedures. Nog een ander voordeel: geen kosten om dat visum te betalen en dan hebben we het nog niet gehad over de emotionele waarde die het behouden van dat document voor de bezitters heeft. Toch een stukje eigen identiteit . Onbegrijpelijk en een beetje schandelijk toch wel dat daar in Nederland de loyaliteitskwestie aan vastgekoppeld zit. Althans bij sommigen.
Op naar De Brug. Wij hadden daar in het verleden al heel veel stappen achtergelaten, wij komen tenslotte al 40 jaar in die stad, maar nu zouden het bijzondere stappen worden. De Brug, die de oude toeristisch uitermate interessante, islamitisch gekleurde stad (Sultan Ahmet, Beyazıt) verbindt met het seculierdere moderne stadsdeel (Beyoğlu), is beschreven door Geert Mak. Zijn boekje was in een oplage van 700.000 het boekenweekgeschenk van 2007. Kijken dus of het sfeerbeeld dat Mak in zijn boekje oproept strookt met de werkelijkheid. Uiteraard was dat het geval, want op dat gebied heeft Geert Mak een reputatie te verliezen.
Nu was ik begonnen met de Turkse versie van De Brug te lezen. Mij viel direct op dat het slecht uit het Nederlands vertaald was, archaïsch woordgebruik met name. Toen we terug waren lazen we in de kranten dat de Turkse tekst opnieuw uitgebracht zou worden. Afhankelijk van de krant waarin we het nieuws lazen verschilde het motief. In de ene krant heette het dat de Turkse tekst gekuist was om toch vooral politiek correct te zijn, in een andere krant dat tekstfragmenten door elkaar heen gelopen waren en in een derde krant dat het een haastklus was geworden, waardoor de vertaling hier en daar niet correct was.
Over die brug rijdt een sneltram. Elke 5 minuten zie je er één langsrijden en ze zitten altijd vol, bomvol zelfs. Dat geldt ook voor de bussen en de metro. Het openbaar vervoer is uitmuntend geregeld in die wereldstad. Dat geldt trouwens voor het hele land. Met de frequentie zit het goed en het lijnennet zit heel fijnmazig in elkaar. Voor het voor- en natransport zijn vele duizenden taxi’s beschikbaar en het tarief is heel klantvriendelijk. Wij in Nederland kunnen daaraan nog wel een puntje zuigen. Vergeleken met Turkije is Nederland op het gebied van het openbaar vervoer net een ontwikkelingsland.
Wat de metro betreft merkt Loes in haar verslag op dat de burgemeester er trots melding van maakte dat er in zijn stad per jaar 30 km. metrolijn aangelegd wordt. Uit eigen aanschouwing kunnen we dat beamen. Er wordt op dit moment zelfs een tunnel gebouwd onder de Bosporus, waar een metro door moet gaan lopen. 30 km.! Wat stellen wij daar in Amsterdam tegenover?
Is het in Amsterdam zo veel gecompliceerder? Ik geloof het niet. We kunnen nog veel van de Turkse aanpak leren. Het zou alleen al daarom doodjammer zijn als wij als EU Turkije buiten de deur zal houden. Natuurlijk zijn er nog tal van andere redenen te noemen waarom we dat nou juist niet zouden moeten doen, maar het gaat te ver om daar in dit verband nu verder op in te gaan. Stof voor een volgende column ben ik geneigd te zeggen. Eén ding wil ik er nog wel over kwijt. Ik denk dat het, kort door de bocht, uiteindelijk gaat om het feit dat de Europeaan geen 60 miljoen moslims in zijn armen wil sluiten.
Die vrees is ongegrond in mijn visie, maar leg dat maar eens uit aan de goegemeente. Je kan praten als brugman in het debat dat Loes voorstaat in het kader van de toekomst van Europa, maar dat beeld breek je met woorden niet zo gemakkelijk af. En de tijd dringt!