Talentontwikkeling bij alle kinderen

Geschreven door Loes Ypma op 10 september 2013

We willen dat ons onderwijs aan iedere leerling kansen geeft om te excelleren. Daarom moeten we ons niet blind staren op enkel de excellente scholieren en toptalenten. Dat schrijven mijn collega Tanja Jadnanansing en ik in een opiniestuk, waarvan een ingekorte versie vandaag in NRC Handelsblad verscheen.

Hieronder het volledige artikel:

Deze week hield staatssecretaris Dekker een pleidooi om vooral de snelste, scherpste en slimste leerlingen extra uit te dagen. Zodat zij zich nog meer en beter kunnen ontwikkelen. Prachtig, maar als dit de kern van Dekkers onderwijsbeleid gaat worden, heeft hij zijn prioriteiten niet op orde. Het belangrijkste probleem van ons onderwijs is niet dat de beste leerlingen niet nóg beter presteren, maar dat nog altijd veel te veel leerlingen uitvallen zonder diploma, of op een lager niveau terecht komen dan nodig of niet verder leren, terwijl dat wel had gekund.

Het maximale uit ieder kind halen, dat is waar onderwijs voor bedoeld is. En hoewel Nederland het niet slecht doet, valt er nog veel te winnen. Nog teveel leerlingen komen op de arbeidsmarkt zonder goede startkwalificatie. Ze vallen uit of halen een lager niveau dan mogelijk was. Desondanks toont de staatssecretaris zich tevreden met de ondersteuning van leerlingen die moeite moeten doen om een diploma te halen. Hij wekt ten onrechte de indruk dat alleen leerlingen op hoog niveau moeten worden uitgedaagd. Hij vergeet daardoor een veel grotere groep leerlingen. Een talentvolle bakkersleerling of timmerman in opleiding heeft net zo goed het recht om te excelleren als een vwo-scholiere met een wiskundeknobbel. En voor de moeilijk lerende leerling is de eindstreep halen met een zes soms een veel grotere prestatie dan de bolleboos die fluitend zijn eindexamen doet. Het onderwijs is er om al die leerlingen zo goed mogelijk te ondersteunen.

Staatssecretaris Dekker pleit echter voor een excellentie-agenda waar slechts 5 procent van de leerlingpopulatie van kan profiteren. Wij willen een talentagenda waarbij alle leerlingen de mogelijkheid hebben om hun talent volledig te ontplooien. Bijvoorbeeld de vmbo-scholier die dreigt uit te vallen, maar toch een diploma weet te behalen. De leerlingbloemiste die moeite heeft met rekenen, maar de mooiste boeketten maakt. Of de leerlinglasser die Engels lastig vindt, maar wel kan solderen als de beste. Deze jongeren verdienen net zo goed onze aandacht als de hoogbegaafde scholieren die zich nu in de klas vervelen.

Tot onze verbazing problematiseert Dekker dat Nederland internationaal gezien een klein verschil kent tussen de zwakste en sterkste leerling. Dat is iets waar wij juist trots op zijn. Het lijkt erop alsof de staatssecretaris alleen nog de topleerlingen als prioriteit ziet. Terwijl we juist de klus moeten afmaken om ons onderwijs over de volle linie naar een hoger niveau te tillen. We staan voor de opgave om zowel onze beste als meest kwetsbare leerlingen nog beter onderwijs te geven.

Wij willen het gehele Nederlandse onderwijs op een hoger plan brengen door onze talentenagenda te gaan uitvoeren. Het deze week afgesloten Nationaal Onderwijsakkoord geeft daarvoor een impuls. De 689 miljoen euro aan onderwijsinvesteringen uit dit akkoord biedt mogelijkheden om docenten verdere individuele bij- en nascholing te geven, zodat zij iedere leerling op het eigen niveau kunnen uitdagen. Daarnaast is de werkdruk voor docenten zeer hoog. Laten we die daarom verminderen door de administratieve druk te verlagen en 3000 jonge docenten een baan te geven. Zodat er meer tijd en aandacht is voor elke leerling. Door tot slot coaching van leerkrachten in de klas, het toezicht op scholen te differentiëren en inspanningen voor passend onderwijs te belonen, geven we docenten de juiste voorwaarden voor onderwijs gericht op talentonwikkeling.

Zorg daarbij ook voor voldoende kruisbestuiving tussen leerlingen van verschillende niveaus. De neiging bestaat om opvallende, bovengemiddeld getalenteerde leerlingen uit een groep te willen halen om ze bij elkaar te plaatsen.

Dat is zonde, want de groep leerlingen met gemiddelde prestaties heeft juist baat bij toppers in hun midden. Het aanbieden van extra uitdagende mogelijkheden vinden wij wél een goed voorstel, bijvoorbeeld enkele vakken op havo niveau voor een vmbo'er met een talent voor bijvoorbeeld natuurkunde, zonder de niveaus te scheiden van elkaar.

Ook de hoogbegaafde leerling moet gelukkig kunnen zijn op school en zich gewaardeerd en uitgedaagd voelen. Ze hebben dus voldoende aandacht en begeleiding nodig en de kansen van het passend onderwijs moeten we daarvoor aangrijpen. Maar wel binnen het totaal van het onderwijs dat zich naar een nog hoger niveau toewerkt.

Wij leggen de lat hoog. We willen dat ons onderwijs aan iedere leerling kansen geeft om te excelleren. Daarom moeten we ons niet blind staren op enkel de excellente scholieren en toptalenten. Elke leerling heeft een talent en is daarmee op zijn of haar eigen manier excellent. Elke leerling verdient daarom onze speciale aandacht om zichzelf maximaal te kunnen ontwikkelen. Dat zou ook de hoogste prioriteit van de staatssecretaris moeten zijn.


Deel dit artikel