Syrië As van het Kwaad? Kom nou toch!
Geschreven door Wim van Geelen op 20 november 2009
” Terug uit de As van het Kwaad en dat zonder kleerscheuren!” Oud VS president George Bush gaf het beestje zijn naam: as van het kwaad en hij doelde daarbij op Noord-Korea, Iran en Syrië. Van dat laatste land ben ik net teruggekomen en het was een geweldige ervaring.
Maar eerst wat heb ik met dat land? Welnu 43 jaar geleden was ik er voor het laatst. Ik was aan het afstuderen en dan moet je een werkstuk maken. Ik was gefascineerd door het Midden Oosten en had bijna een universitair diploma op zak met Arabische en Turkse Taal en Cultuurkunde en Islamologie als hoofdvakken. In die tijd speelde politiek-religieuze sentimenten daar nog geen rol. Dat is nu helaas wel even anders! In de politiek was het het Nasserisme, het Arabisch socialisme en het Communisme dat daar toen de heersende ideologieën waren. Ik wilde mijn werkstuk wijden aan het Arabisch socialisme dat toen al regionaal onder de naam Ba’ath (wederopstanding) en twee à drie decennia later wereldwijd bekend werd. Toen in 1966 nog niet. Ik ging naar Aleppo om daar de Bijbel van de Ba’ath te kopen. Het was een boek van de christelijke ideoloog Michel Aflaq. Het heette fi sabil al Ba’ath wat zoveel zeggen wil als “op het pad van de Ba’ath” en waar dat laatste voor staat heb ik net al aangegeven. De Ba’ath was een seculiere partij waar christenen en moslims lid van konden worden, bestuursposities konden bekleden en na regeringmacht te hebben verkregen ook politieke posities konden innemen. Het boek van Aflaq bevatte de partijideologie. Ik vertaalde het boek, voorzag het van commentaar en verdiende daar m'n universitaire diploma mee. In 1966/67 hadden weinigen in Nederland van die beweging gehoord. Daar veranderde dat werkstuk helemaal niets aan. Leuk was het wel dat uitgerekend op onze trouwdag, 20 oktober 1967, een artikel van mijn hand verscheen in Vrij Nederland over de Ba’ath. De afloop is bekend. De Ba’ath kreeg de macht in Syrië en Iraq. In Iraq perverteerde de partij onder Saddam Hoessein en de afloop is bekend. In Syrië onder Hafez al Assad ging het er iets anders aan toe. Minder gewelddadig, maar toch. Het land was tamelijk afgesloten. De pers gemuilkorfd, Internet op rantsoen, weinig toeristen, beperking van de vrijheid van meningsuiting en basis van terroristische organisaties als de PKK. De laatste jaren is het land sterk veranderd. De terroristen zijn het land uit gebonjourd. Beste maatjes weer met buur Turkije. Dat er wel degelijk iets ten goede daar veranderd is merk je als je er bent. Weinig militairen en politie op straat. Een ruim geschakeerd aanbod aan TV zenders, veel kranten, zoveel dat het niet allemaal koekoek éénzang kan zijn. De sfeer was niet opgefokt, zoals in Pakistan waar ik niet lang geleden ook heb vertoefd, maar heel plezierig en ontspannen. Hartelijke mensen, maar daar onderneem je de reis niet voor, want die tref je ook in Woerden aan.
Waarom dan wel? Naar Damascus ga je vooral om de oude stad te bewonderen. Twee monumenten springen eruit: de straat die al in de Bijbel de rechte straat heette (en inderdaad zij is kaarsrecht!). Aan het eind ervan loop je de christelijke wijk in en toen wij er op zondag waren hoorden we het gelui van de kerkklokken. Ik moet zeggen dat dàt iets was wat ik in de 40 jaar dat ik al in het Midden-Oosten kom nog nimmer gehoord heb. Klokgebeier, het moet niet veel gekker worden! Maar het bekendst van alles en het meest overweldigende dat je in die Oude Stad kan aanschouwen is de Mu’awiyyamoskee. Na die van Mekka en Jeruzalem de belangrijkste. En mooi! Niet te beschrijven. Toen wij er waren werd de moskee als het ware in beslag genomen door honderden pelgrims uit Iran.
De moskee stamt uit halverwege de 8ste eeuw en is gebouwd op de plaats waar zich voorheen een kerk bevond met het graf van Johannes de Doper. In de moskee bevindt nog steeds die zeer ruim uitgevallen graftombe, waar de pelgrims zich om verdringen. Het aanraken van het traliewerk om de tombe heen doet kennelijk iets met je, want iedereen deed zijn best om dat te doen.
Het was kortom een indrukwekkende ervaring om daar (weer) te zijn, maar dat het land in de visie van sommigen bron van alle kwaad is, daar hebben wij niets van gemerkt. Het land is wel op z’n hoede, want de vijand aan de grens, Israel, dat zoals bekend de Golanhoogvlakte sinds 1967 bezet houdt, is onberekenbaar. Israel is taboe in Syrië. Op kaarten wordt het aangeduid als Palestina.
Nog even een bijzonderheidje en dan wordt ook de link met Woerden gelegd, want dat is wat deze column betreft verplicht.
De leiding van het land, regering, parlement, openbaar bestuur, leger en politie is in handen van Alawieten. Door sunni-moslims worden die als niet moslims beschouwd. Door Shia-moslims, waar zij veel mee gemeen hebben overigens, trouwens ook niet. En inderdaad zij doen dingen die een
“echte” moslim niet gauw zou doen. Moskeeën hebben zij niet en imams al helemaal niet. Hun diensten houden ze in een soort van buurthuis, cem geheten, waar mannen en vrouwen gezellig samen hun godsdienst belijden. De Alawieten maken 10% van de bevolking uit. De grootste groep is echter niet in Syrië, maar in Turkije te vinden. En dan de link met Woerden. De Turkse inwoners van Woerden zijn voor het grootste deel Alawiet. Zij beschouwen zich zelf terdege als moslim en dat laat zien dat onder het etiket moslim ook heel verschillende groeperingen schuil gaan. Het is wat de Islam betreft net als het Christendom. De verscheidenheid is ontzettend groot. Daarom is de term moslim ook zo, permittez le mot, verneukeratief.
Goed dat Eberhard van de Laan in zijn deze week verschenen Integratienota ondubbelzinnig kiest voor de term nieuwe Nederlanders. Dat is goed, maar om de volgende voorzet (elk voordeel heeft ook z’n nadeel) maar aan Johan Cruijff te ontfutselen: wanneer verliest iemand eindelijk eens het voorvoegsel nieuw en wordt hij of zij een “echte” Nederlander??