Politionele acties, terreur en het meten met twee maten

Geschreven door Wim van Geelen op 14 december 2009

” Goddank! M’n vader was van 3.8 RI en niet van 3.9 RI”. Voor velen zal dit geheimtaal zijn. Toch is de kwestie die met deze codes wordt aangeduid helaas buitengewoon actueel. Actueel in die zin dat deze week SS man Boere voor de rechter staat en dat een groot aantal weduwen uit de Javaanse plaats Rawagedeh de Nederlandse staat aanklagen, omdat hun mannen in 1947 door Nederlandse militairen zijn doodgeschoten.

Eerst Boere. Die wordt ervan beschuldigd als lid van het SS Kommando Feldmeijer 3 willekeurige Nederlanders te hebben vermoord bij wijze van represaille. Kwam er vanaf halverwege 1944 een Duitse militair om het leven of een belangrijke NSB’er en konden de daders niet in de kraag gegrepen worden dan werd naar het wapen van de terreur gegrepen. De acties die bekend staan onder de naam Silbertanne hebben in totaal ruim 50 Nederlanders het leven gekost. Boere is daarvoor eind jaren veertig ter dood veroordeeld, maar hij wist te ontsnappen naar Duitsland. Als SS-man had hij automatisch de Duitse nationaliteit gekregen en Duitsland levert van af het begin van het ontstaan van de Bondsrepubliek geen onderdanen uit. Het heeft dus heel lang geduurd voor er een rechtszaak tegen de beul aangespannen kon worden met dank aan een Friese journalist die geen moeite te veel was om het zo ver te laten komen. Het recht zal wat Boere betreft zeker zijn gerechtvaardige loop krijgen.

Maar hoe zit het dan met Rawagedeh? Ook in die kampong op Java was sprake van represaille. Nederlanders vochten daar de laatste koloniale oorlog uit, alhoewel die oorlog als een soort van politieactie werd voorgesteld. Nog steeds spreken wij hier over politionele acties. Daar zijn er, zoals bekend, 2 van geweest. Gisteren, zondag 13 december 2009, was dat nog uitgebreid op de TV te zien in het programma van Rob Trip over Wereldoorlog II. Nu geheel gewijd aan “Indië verloren, rampspoed geboren”.

In Indië vielen veel slachtoffers. Nederlanders, maar veel en veel meer inlanders, zoals ze toen genoemd werden. In totaal hebben ruim 5.000 Nederlanders in Indië het leven verloren. Soms werden de lijken gruwelijk verminkt. Dat leidde tot represailles en daar werden inwoners van de genoemde kampong in 1947 het slachtoffer van. Hoeveel? Bewoners van het plaatsje, dat thans een andere naam heeft en het Comité Nederlandse Ereschulden, dat ijvert voor erkenning en financiële compensatie, houden het op minstens 400. Nederlandse veteranen die erbij waren zeggen dat er hooguit 20 zijn geweest. Los van de vraag wie er gelijk heeft staat als een paal boven water dat het om een heus bloedbad is gegaan. Dat Nederland daar alleen maar politiediensten heeft verricht geloofde de meerderheid van de bevolking nog in de jaren 50 en 60. Van Raymond Paul “de Turk” Westerling had men wel eens gehoord. Westerling zat op Celebes en hij spaarde met zijn Korps Speciale Troepen veel soldaten en weer dat rotwoord: “inlanders” het leven door, van hogerhand gedekt, het standrecht af te kondigen en toe te passen. Althans dat geloofde men. Natuurlijk had Westerling het nodige op z'n kerfstok, maar hij was, zo wilde “men” doen geloven, een uitzondering.

Dat was Rawagedeh echter bepaald niet. Dat werd Nederland gewaar door de publicatie in 1969 van “Ontsporing van Geweld” van de hand van Van Doorn en Hendrikxs.

Er bleek veel meer aan de hand geweest te zijn dan dit ene incident. De Nederlandse regering heeft er nooit wat mee gedaan. De VN wel. Die heeft onderzoek laten doen. Het Nederlandse militaire optreden werd door de VN-onderzoekscommissie als ”weloverwogen, maar meedogenloos” gekwalificeerd. De Nederlandse staat besloot om redenen van opportuniteit af te zien van strafvervolging. Jan Soldaat en zijn meerderen ontsprongen dus de dans. Boere niet. In tegenstelling tot de 9 militairen van 3-9 RI, die aanduiding staat overigens voor het 9e regiment Infanterie van de 3de Divisie, die nu nog in leven zijn. Dat is een stukje rechtsongelijkheid. Anders kan en wil ik dat niet zien.

Toen ik de aanduiding 3-9 RI in Trouw van 10 december las schrok ik hevig. Ik wist dat mijn vader als sergeant-majoor ook bij de 3de divisie zat, maar het regimentsnummer was me ontschoten. Wel dacht ik dat het een 8 of 9 was. Mijn vader had daar 2 1/2 jaar gezeten van ‘46 tot ’48 en wel in het gebied waar ook Rawagedeh lag, maar vertelde thuis heel erg weinig over wat hij daar had meegemaakt. Hij is nu al 20 jaar dood, maar z’n papieren liggen nog bij ons op zolder. Ik ernaar toe gesneld en wat bleek: hij zat goddank bij 3-8 RI. Volledigheidshalve ook nog even in Van Doorn en Hendrikxs gekeken, maar in dat boek komt 3-8 RI gelukkig niet voor.

Blijft staan dat ik vind dat de nabestaanden recht gedaan moet worden en financiële compensatie moeten krijgen.


Deel dit artikel