NV Utrecht
Geschreven door Wim van Geelen op 30 januari 2007
Toen ik de letters NV Utrecht voor het eerst onder ogen kreeg dacht ik dat het om een gewoon bedrijf ging. Daar had je er vroeger in Utrecht meer van. In Utrecht gevestigde bedrijven die naar Utrecht genoemd waren. Het meest bekend was wel De Utrecht, dat verzekeringsbedrijf dat kantoor hield in een prachtig Jugendstil gebouw aan de Leidseweg. Tot het begin jaren 70 moest wijken voor dat megalomane project dat iedereen uit de reclameslogan kent als “het winkelhart van Nederland”, Hoog Catharijne.
Wat zou de NV Utrecht maken? Al snel bleek dat het om papier ging. Een papierfabriek dus? Nee, zo eenvoudig was het helaas niet. De NV had wel iets weg van een papierfabriek, want er werd papier geproduceerd, heel veel zelfs, bedrukt papier en er werd ook geprobeerd om met dat papier iets te doen, wat te verkopen. Nee geen tastbaar product, maar gewoon een idee, Tot zo ver niks mis mee, maar het was geen gewoon papier en de NV Utrecht was niet een gewone papierfabriek. Het bleek te gaan om een tamelijk schimmig, een heel erg onbekend, overheidsorgaan. Draagvlak onder de bevolking gewoon nul. Volkomen onduidelijk bij het grote publiek wat nou precies de bevoegdheden van de NV zijn. Laat staan dat uit de letters NV af te leiden viel waarom het nu eigenlijk gaat. Navraag leerde dat NV staat voor Noordvleugel, een ruimtelijk begrip. Noord omdat de ruimte vanuit de gemeente Utrecht bekeken wordt, zo simpel ligt dat. Voor Woerden eventjes een ver van m’n bed show, want Woerden beweegt zich vanuit Utrecht gezien op een andere vleugel, de Westvleugel voor alle duidelijkheid. Maar waar staat de NV eigenlijk voor? Op één van de stukken zelf geproduceerd papier afficheerde zij zichzelf als: “een jonge vorm van bestuurlijke samenwerking die vooral gericht is op integrale ruimtelijk-economische samenwerking op een manier waarbij wonen, werken, natuurwaarden (“groen”), waterbeheer ( “blauw”) en infrastructuur volledig op elkaar zijn afgestemd”.Een hele mond vol tamelijk hoogdravend proza waar je het op het eerste gezicht zonder meer mee eens kan zijn. Maar dan is de hoe-vraag nog niet aan de orde gekomen. Want hoe wilde de NV die afstemming tussen rood, groen en blauw in de praktijk realiseren?
In oktober 2005 kwam de aap uit de mouw. De NV was onder haar Noordvleugel vandaan gekropen om een begerig oog te laten vallen op het gebied tussen Harmelen en Woerden. Daar moesten maar liefst 18.000 woningen gebouwd gaan worden. Uit hoofde van de zo innig gekoesterde wens om die integrale afstemming van rood, groen en blauw te verwezenlijken was dat nodig. Dat was in een notendop de visie van de NV. PROGRESSIEF WOERDEN was er toen nog niet, maar de fracties van de PvdA en van GROENLINKS kropen gelijk in de pen om vragen aan het College te stellen. “Waar is dat nou voor nodig en wist u als College daarvan?
”Dat laatste, wist u ervan, werd ontkennend beantwoord. Reden genoeg om in de raadsvergadering van 15 december een motie in te dienen, die door alle partijen, Woerden 2006 uitgezonderd, gesteund werd. In die motie sprak de Raad uit het te betreuren dat over deze visie al niet in een vroeg stadium overleg met Woerden gepleegd was, maar dat los daarvan de raad de visie afwees, dus daaraan geen enkele medewerking zou verlenen. Het College werd beleefd verzocht de deelnemers aan de NV van dit standpunt op de hoogte te brengen. Het College toog aan het werk schreef die brief, plakte er een postzegel op en klaar was kees. Dacht het gemeentebestuur. Hoopte het gemeentebestuur.En toen werd het oorverdovend stil. Een stilte die plotsklaps doorbroken werd toen plannen in de pers uitlekten om dwars door het Groene Hart een nieuwe rijksweg, de A 2½ zoals die ging heten, aan te leggen.
De fractie van PROGRESSIEF WOERDEN ging uit haar dak. Je zal in je verkiezingsprogramma het groene hart bijna heilig verklaard hebben, aan de wieg gestaan hebben van het progressief groene hartberaad en nou dit. Maar net als de NV heeft de fractie ook papier en dat werd gebruikt om weer vragen aan het College te stellen. Twee sets vragen eigenlijk. De eerste set vragen ging over het antwoord van de NV. Was dat nou gekomen? Of nog steeds niet? En niet minder belangrijk: zou het niet raadzaam zijn om het gebied tussen Utrecht en Harmelen een heel duidelijke groene bestemming op te leggen? Groen alleen is niet voldoende. Groen moet ook leven. Groen moet een functie hebben voor burgers uit onze stad en voor die van Leidsche Rijn. Dat was helder voor de fractie van PROGRESSIEF WOERDEN De fractie stond maar één doel voor ogen: een buffer tussen Leidsche Rijn en Harmelen die het onmogelijk en onwenselijk zou moeten maken om alleen maar aan woningbouw daar te denken.
Het tweede setje vragen ging over de nieuw ontworpen snelweg. Wat de strekking van die vragen was zal duidelijk zijn. Maar één aspect daaruit moet nog even beklemtoond worden. De fractie (en de andere raadsfracties trouwens ook) was het een doorn in het oog dat er in NV-verband wel over Woerden, maar niet met Woerden gesproken werd. Dat zou moeten veranderen was de boodschap Een voorzet die door het gemeentebestuur eindelijk werd ingekopt. Woerden werd aan de tafel genood. Maar ook met Woerden erbij ging de NV onverdroten door met haar actie om Utrecht vast te bouwen aan Harmelen/Woerden.
Nou pleegt actie gewoonlijk tot reactie te leiden en deze kwestie was geen uitzondering op die regel. De Raad sprak nogmaals het onaanvaardbaar uit over de plannen, fractieleden van PW verschenen op de regionale buis en waren op de radio te beluisteren om hun ongenoegen over de verstening van een deel van het Groene Hart met kracht van argumenten te uiten. Ook burgers kwamen in het geweer. Paul Kwakkenbos was er zo een. Hij wist zich feilloos te herinneren dat Kabinet en Kamer zich bij de fusie van Harmelen met Woerden hadden uitgesproken voor het openhouden van een bufferzone tussen Harmelen en Utrecht. Hij gaf de stoot tot het oprichten van het Platform de Groene Buffer, dat met alle mogelijke middelen probeerde om het onheil te keren. En dan was er nog de Stichting het Groene Hart onder de bezielende leiding van Bernt Feis, nooit te beroerd om iedereen die het Groene Hart te na komt, verbaal het gebied uit te ranselen. Heeft dat allemaal geholpen? Ja dat heeft het!!!
Om een lang verhaal kort te houden: het tij is inderdaad gekeerd. Het begon al met een uitlating van minster Veerman dat die vermaledijde A 2½ er niet zou komen. Maar ging hij wel over verkeer? Werden we in Woerden niet blij gemaakt met een dode mus?
Maar toen ging Winsemius om. Daar moest wel eerst een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau aan te pas komen. In dat rapport werd aangegeven dat bewoners van VINEX-wijken tevreden zijn met hun woning, maar niet met hun directe leefomgeving. Te weinig groen. Veel te weinig groen, zowel in de directe woonomgeving als vlak daarbuiten. Op dat moment besefte Winsemius dat hij de kip met gouden eieren, lees de groene buffer tussen Leidsche Rijn en Harmelen, niet om hals moest brengen. Dus absoluut geen groen licht moest geven voor het volbouwen van de groene buffer. Groen naast de deur verder verstenen zou tot veel grotere onvrede leiden van de inwoners van een Vinexwijk als die van Leidsche Rijn. Dat kon, dat mag, nooit de bedoeling zijn.
De buffer tussen Harmelen en Leidsche Rijn blijft dus groen. De inspanningen van PROGRESSIEF WOERDEN, het Platform de Groene Buffer en de Stichting het Groene Hart hebben dus succes gehad.
Maar, maar! Niet te vroeg gejuicht. Er geldt een regel in de politiek die niet uit het oog verloren mag worden: zeg nooit NOOIT. Over een aantal jaren komt de discussie geheid weer terug.Waakzaamheid is dus geboden. Maar er is hoop. PROGRESSIEF WOERDEN zal erop toezien dat de groene buffer op zo’n manier zal worden ingericht en beschermd dat geen politicus het meer in zijn hoofd zal halen om er alleen maar aan te denken om daar stenen te gaan stapelen.