Komkommertijd
Geschreven door Wim van Geelen op 14 juli 2008
“Komkommertijd, komkommernieuws en komkommerbesluit” Wat hebben die begrippen nou in hemelsnaam met elkaar te maken en sterker nog: wat hebben ze met politiek te maken?
Het antwoord is simpel: alles en wel, maar dat is verrassend wellicht, met politiek op Europees, landelijk, provinciaal en lokaal niveau. Dat vraagt natuurlijk om enige uitleg. Laten we beginnen met het komkommerbesluit. In de vakantietijd is het voor de TV komkommertijd. Om toch enige inhoud aan het ochtendnieuws te geven maakt daarvan de vakantiecolumn deel uit. De NOS correspondenten uit het buitenland krijgen dan de gelegenheid om in een itempje van zo'n 5 minuten iets leuks over hun standplaats te vertellen.
Verleden week was het de beurt aan Paul Schneider, de NOS Europa-correspondent met standplaats Brussel. Schneider presenteerde zichzelf met een komkommer in z’n hand. Hij vertelde er bij dat de Europese commissie ooit een besluit genomen heeft om voor eens en voor altijd duidelijk te maken wat een komkommer is. Bepalend is de kromming. Om als echte komkommer door het leven te mogen gaan mag de kromming niet groter zijn dan een bepaald aantal booggraden. Voor de ongelovige Thomassen onder de kijkers liet Schneider het gedrukte besluit zien. Dat was overtuigend, maar dodelijk voor de aarzelaars onder de kijkers die nog niet weten of zij volgend jaar tijdens de Europese verkiezingen gaan stemmen. Nu zij weten waarmee de Europese commissie haar dagen vult zal de animo om te stemmen ongetwijfeld verder teruglopen. Te meer daar de media en moet ik er helaas aan toevoegen ook het Kabinet Balkenende IV niet voorop loopt om ons het belang van Europa, de Europese commissie en het Europese Parlement indringend onder de aandacht te brengen.
Als het om politiek gaat die weinig mensen aanspreekt dan kunnen de provincies er ook wat van. De vraag wat de provincie doet en wie in de provinciale politiek zitten, zal door weinig mensen beantwoord kunnen worden. Dat laatste is trouwens ook op het lokale vlak het geval, zoals recent uit een onderzoek wat Woerden betreft is gebleken. Het lukt nog wel de namen van de wethouders te reproduceren, maar van raadsleden wordt het al een stuk moeilijker. Dat gold zelfs voor meestgenoemden als Jaap van der Does en Jos van Riet, wiens namen onverbrekelijk verbonden zijn met het openbaar toilet in de Rijnstraat, hoek Wagenstraat. Het meest genoemd, maar toch nog betrekkelijk laag op de gekendheidsladder. Als datzelfde onderzoek gehouden zou worden met de vraag of Woerdenaren de naam van een gedeputeerde zouden kunnen onthullen dan zou menigeen daar het zwijgen toe doen. Laat staan als de vraag statenleden zou betreffen. Het provinciaal bestuur is gelijk een blinde vlek. Tot voor kort ging deze stelling op, maar recentelijk is dat veranderd. In komkommer (=vakantie-)tijd zorgde de provincie voor duidelijk iets anders dan komkommernieuws. Het College van Gedeputeerde Staten spatte uit elkaar op een voor Woerden uitermate relevant thema. Een aantal fracties in de Staten wilde de stad Utrecht namelijk dwingen om veel meer huizen in de polder Rijnenburg te bouwen dan het plan was. Dat aantal moest zelfs 3 à 4 keer over de kop gaan.
Voor een gemeente als Woerden zou dat op het eerste gezicht geen slecht besluit zijn als nog even de discussies over het onzalige plan van de NV Utrecht om 18.000 woningen tussen Leidsche Rijn en Harmelen in herinnering geroepen mag worden. Die woningen zijn met één pennenstreek verdwenen om nu weer in Rijnenburg op te duiken. Het kan verkeren, zoals ooit een bekend Nederlands literator opmerkte. Maar ook dat is tegen het zere been van de gemeentebesturen van de omliggende gemeenten. Op instigatie van, naar verluidt, Woerdens CDA wethouder Wim Groeneweg werd een brief geschreven ondertekend door de B. en W.’s van Woerden, Montfoort, Lopik, Nieuwegein, IJsselstein en Oudewater. In die brief werd voor deze gemeenten, een doemscenario geschetst. De wegen kunnen het niet aan als Rijnenburg wordt volgestouwd met woningen, de waterberging komt in het gedrang en de groen- en recreatievoorzieningen zullen onaanvaardbaar onder druk gezet worden. De motie in de Staten om Utrecht onder druk te zetten meer woningen in Rijnenburg te bouwen werd gesteund door de PvdA, GroenLinks en de VVD, maar niet door het CDA, die zich daarmee buiten de orde plaatste. Rijnenburg als de bekende druppel. Want de echte reden van het uit elkaar klappen van GS moet natuurlijk ergens anders in gevonden worden, zoals wethouder Strik desgevraagd al veronderstelde. Onderlinge irritatie over een groot aantal andere punten en arrogant opererende provinciebestuurders liggen eerder aan de breuk ten grondslag, maar dat soort redenen bekt niet zo lekker. Rijnenburg en het verlangen om in de woningbehoeften te voorzien, doen dat wel. Die behoefte is overigens zo rekbaar als elastiek of nog iets rekbaarder.
De PvdA is bezig om een nieuw College van GS in elkaar te timmeren met GROENLINKS en de VVD, maar zal het daar nog moeilijk mee krijgen, omdat de VVD aan het zwalken is geraakt. Deze fractie is ook uit elkaar gespat en het grootste deel zou nu een lijmpoging nastreven.
Twee vragen nog tenslotte. De eerste betreft de vraag of de provincie werkelijk tegen de uitdrukkelijke wens van een gemeente in haar opvatting kan doordrukken als het om ruimtelijke ordening gaat. Het antwoord is dat dit helaas na 1 juli jl., toen de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening in werking trad het geval is. Om minister Cramer te citeren: “Dankzij deze nieuwe wet kunnen provincies weer echt gaan optreden als regisseurs van de ruimtelijke ontwikkeling”. De NRC besloot het hoofdredactionele commentaar over de kwestie met de conclusie dat de Utrechtse deconfiture een teken aan de wand is, omdat de bestuurlijke regeldruk vermeerderd wordt door het optuigen van een bestuurslaag die alleen om historische redenen nog maar bestaansrecht heeft.
De tweede vraag is hoe PROGRESSIEF WOERDEN tegenover deze kwestie staat in een situatie waarin GROENLINKS en PvdA stad Utrecht diametraal staan tegenover GROENLINKS en de PvdA in Provinciale Staten. Het antwoord op die vraag kan helaas nog niet gegeven worden, want het is vakantie-(dus komkommer-)tijd. Ook voor mijn fractie. Tijdens de eerste fractievergadering van na de vakantie, 1 september a.s., zal dit punt prominent op de agenda staan.