Kindermishandeling beter aanpakken
Geschreven door Loes Ypma op 3 april 2014
Kindermishandeling is een van de grootste maatschappelijke problemen. Het is dan ook schrikbarend dat bij slechts één op de honderd gevallen waarbij mishandeling daadwerkelijk is vastgesteld, de dader veroordeeld wordt. Om kindermishandeling beter aan te pakken pleit ik onder meer voor adequate verzameling van bewijslast en monitoring van gezinnen waar mishandeling heeft plaatsgevonden.
Jaarlijks zijn 119.000 kinderen slachtoffer van mishandeling. Niet van al deze gevallen wordt melding gedaan bij het meldpunt kindermishandeling (AMHK). Jaarlijks wordt er bij 18.000 kinderen een lichte vorm van mishandeling geconstateerd, dit zijn veelal gevallen van verwaarlozing. Daar bovenop wordt nog eens bij 4.000 kinderen ernstige mishandeling vastgesteld, zoals seksueel misbruik of zwaar fysiek geweld.
Als het gaat om veroordelingen, dan zien we hele andere cijfers. Slechts bij 1,3% van de gevallen waar zware mishandeling is vastgesteld, volgt een veroordeling. Dat betekent dat alle andere daders vrijuit gaan. Dat vind ik onverteerbaar.
Een succesvolle rechtszaak van kindermishandeling valt of staat met voldoende en bruikbare bewijzen. In de praktijk merken we dat het juist bij deze bewijsvoering misgaat. Wij zouden graag zes maatregelen nemen om het verzamelen van bruikbare bewijzen op orde te krijgen. Daarom heb ik voorgesteld om bij de gevallen waar sprake is van zware mishandeling:
1. Een kinderarts of forensisch specialist meteen fysiek onderzoek te laten doen. Zodat bewijzen verzameld worden.
2. Er een zogenoemd multidisciplinair assesment plaatsvindt, zodat kinderen nog maar één keer gehoord worden, in plaats van meerdere keren.
3. Er bij de 4.000 meldingen zo vaak mogelijk aangifte gedaan moet worden en altijd registratie.
4. Het Advies & Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) gezinnen waar onomstotelijk vaststaat dat er sprake is van kindermishandeling, blijft monitoren en volgen.
5. Een tijdelijk huisverbod, als de veiligheid van een kind in het geding is.
6. Er een toestemmingsvereiste komt, zodat niet meer beide ouders (waarvan soms één de dader is) toestemming moet geven voor een diagnose.