Hoofddoekjes op het Stadhuis Woerden?!

Geschreven door Wim van Geelen op 23 maart 2011

De hoofddoekjesdiscussie is er weer. Of eigenlijk is ze nooit weggeweest. Nu aangezwengeld door een liberaal Kamerlid dat vindt dat er binnen het Stadhuis geen hoofddoekje gedragen mag worden of enig ander religieus symbool. Volgens het betrokken Kamerlid Hennis is dat schennis van het principe van de scheiding tussen kerk en staat. Maar is dat zo? Is een dergelijk verbod voor overheidsfunctionarissen nodig ter bescherming van verworven vrijheden en rechten? Wordt met zo’n verbod Nederland weer teruggegeven aan de Nederlanders, zoals premier Rutte beloofde na het bekend worden van de voor zijn politieke club gunstig verlopen provinciale verkiezingen?

Laten we eerst Rutte met zijn boude uitspraak even in de hoek zetten om vervolgens Hennis met haar secularisatiedwangneurose naar haar hok te verwijzen.

Ruttte ontpopte zich met die uitspraak als een heuse demagoog. Want wat bedoelde hij nou? Geen hond en zeker geen journalist die hem ernaar gevraagd heeft. Dus laat ik maar wat speculeren. Moeten we uit de EU, de NAVO, de G20 (waar we trouwens toch al uitgeknikkerd zijn)? Voeren we de gulden weer in en plaatsen we weer douanehokjes bij Eede of Eijsden? Meer voorbeelden zijn denkbaar. Een hele lijst zelfs en dan zou blijken wat het werkelijk zou betekenen als Nederland letterlijk aan de Nederlanders zou worden teruggegeven. Dan zouden we als Nedeerland terugvallen tot de status van landen als Zimbabwe, Myanmar en Noord Korea. Niet doen dus om die reden, maar ook om de reden die te maken hebben met xenofobie. Want wordt in de opvattingen van onze premier Nederland ook teruggegeven aan de Nederlandse meisjes met een hoofddoekje om?

En dan zijn we weer terug bij Rutte’s partijgenote Hennis. Ik beloofde die terug naar haar hok te verwijzen vanwege haar pleidooi voor de seculiere staat met als eerste stap in die richting het verbod op hoofddoekjes in een openbare ruimte als daar is het Stadhuis.

Een dergelijk verbod op het met het hoofd bedekken met een stukje textiel heeft niets te maken met het verzachten van scheiding tussen kerk en staat. Die beoogt slechts burgers te beschermen tegen het samenvallen van geloof en staat, waarbij overheidsdwang kan worden ingezet tegen mensen die niet van het staatshoutje zijn. Dat is dus heel wat anders dan het uitbannen van iedere religieus symbool uit het openbare leven. Dat zou pas neerkomen op dwang, zij het vanuit een seculier perspectief. Moeten we dus niet doen, moeten we dus niet willen.

Dat moet dus niet kunnen en in Woerden hebben ze dat goed begrepen. In het Stadhuis ben ik ze al tegengekomen de ambtenaren met een hoofddoekje. Moet dus kunnen en datzelfde geldt voor de op het Stadhuis beschikbaar gestelde ruimte waar een aantal abtenaren op geregelde tijden in gebed bijeenkomt. Of beide zaken nu nog aan de orde zijn weet ik niet, maar als het wel het geval is, geen probleem. Of ik het nu prettig vind ermee geconfronteerd te worden is een ander verhaal.

In een stad met veel verschillende bevolkingsgroepen ontkom je niet aan ergernis over elkaar. Op het Stadhuis ben ik het nog niet tegengekomen, maar elders wel. In winkels b.v. met winkelpersoneel ruim voorzien van tatoeages, piercings en ander ijzerwerk. Wat mij betreft worden die op esthetische gronden verboden, maar kunst en voor deze mensen gaat het om lichaamskunst, verbieden is lastig. Moet je niet doen, moet je niet willen. En zeg nou zelf: je kunt toch heel goed een plasmascherm verkopen met de een of andere draak die vanuit je rug naar je nek kronkelt?

Een hoofddoekje op het Stadhuis moet gewoon mogelijk zijn, daar moet je geen seconde bij stil staan. Of het nu een religieus symbool betreft of gewoon omdat de draagster ervan vindt dat het slechts een modeartikel is.

Terug in haar hok zou Hennis zich moeten voorbereiden op een hele andere discussie, namelijk de rechtsongelijkheid die in Nederland wel degelijk bestaat tussen gelovigen en ongelovigen. Twee voorbeelden om mee af te sluiten. Van de regels rond de pasfoto’s mogen alleen gelovigen afwijken en kerkgenootschappen genieten fiscale voordelen, die organisaties die de natuur willen beschermen niet hebben. De lijst is echter veel langer. Wie zich daarin wil verdiepen verwijs ik gemakshalve even door naar auteur Hans den Boef met zijn Nederland seculier (2004) en God als hype (2008).


Deel dit artikel