Handen schudden
Geschreven door Wim van Geelen op 8 maart 2008
Elke maandag gaat hier de afvalbak naar buiten. Wat zou dan het eerste zijn waar u, waar ik of waaraan anderen denken? Ik durf te wedden dat de eerste gedachte die is dat het fijn is dat de bak weer leeg teruggezet kan worden. Fijn dat er mensen zijn die in weer en wind dit zware en niet altijd aangename werk willen doen voor een loon, waarvoor menig bakkenbuitenzetter of –zetster niet zo vroeg zijn of haar bed uit zou willen komen. Dat het in ieder geval om zwaar en soms om ronduit onaangenaam werk gaat heb ik zelf ondervonden.
Verleden jaar liepen we als PW fractieleden 1 dag stage bij “: de gemeente”. Ik koos ervoor om die dag als bakkenist door het leven te gaan en dat heb ik geweten! Rugpijn, stijf in de armen en benen die zwaarder dan lood bleken. Ondanks dat had ik toch het idee een werkzaam aandeel gehad te hebben in het welbevinden van menig Woerdenaar uit de wijk waar ik de bakken leegde. Heeft iemand mij met een ferme handdruk bedankt voor al die moeite? Tegenvraag: heb ik de schaarse lieden die de moeite namen om mijn zware taak te verlichten door de bak bijna tot voor het hefmechnisme, waarmee de bak wordt opgetild om de inhoud ervan in de vrachtauto te kieperen, de hand geschud? Nee, het is wel het laatste waar je aan denkt als je met dit werk bezig bent. Handen schudden. Nee dat niet. Schuddebuiken misschien, bij de gedachte alleen al. Je bent er toch niet voor de etiquette, maar om de buurt schoon te houden en leefbaar te maken!
Toch gek dat Nederland de afgelopen week in de ban was van dat onderwerp. Wouter Bos in de Volkskrant van 1 maart . PvdA fractievoorzitter in Rotterdam, Peter van Heemst met een tegenartikel in Trouw van een paar dagen later en burgemeester Cohen himself in Buitenhof op zondag 9 maart jl., Hij pleitte voor het handhaven van de norm, een hand geven is normaal, maar voegde eraan toe wel oog te hebben voor nuances.
Om het geheugen even op te frissen. Het stadsdeelraadbestuur van Slotervaart heeft een aantal zo geheten buurtvaders in dienst genomen. Taak van deze mensen is om overlast gevende jeugd vermanend toe te spreken. En als dat niet helpt om hen hinderlijk te volgen. Omdat zij dezelfde achtergrond hebben als die lastpakken, die op hun beurt soms, maar helaas niet altijd, respect hebben voor de buurtvaders, leeft de hoop bij de Stadsdeelraad onder voorzitterschap van de onvermoeibare Marcouch, dat de overlast beheersbaar blijft. De buurtvaders moeten die overlast binnen de perken zien te houden en dat schijn redelijk te lukken.
Niemand zal van de buurtvaders verlangen dat men ABN spreekt. Voor hun uiterst waardevolle bijdrage aan de samenleving hebben ze dat niet nodig. Het zal hen dus ook niet gevraagd zijn. Wie dan wel de vraag gesteld heeft of men vrouwen een hand wil geven heb ik nergens kunnen vinden, maar het blijkt dat sommigen dat niet doen. Strijdig met hun geloof. Toen dat bekend werd, was Nederland te klein. Vooral omdat Marcouch en Cohen daar geen punt van wilden maken. Om Marcouch te citeren: “Het gaat om de veiligheid. Je moet er geen drama van maken. De mensen waarom het gaat groeten beleefd met de hand op het hart. Ze handhaven niet de vorm, maar de norm”. Dat was tegen het zere been van Bos: “mensen in dienst van de overheid staan voor de gelijkheid van man en vrouw. Dat betekent dat je elkaar de hand schudt”.
Over die norm kan in zijn visie niet gemarchandeerd worden. De consequentie daarvan is dat wie dat niet kan opbrengen maar een andere baan moet gaan zoeken, waarbij geen handen geschud hoeven te worden. Mijn stelling, zie boven, is dat het laatste waar je bij straatcoaches aan denkt is dat men op straat niets anders aan het doen is dan handen te schudden. Dat politieke leiders in ons land (Bos, Wilders en Verdonk om er maar eens drie te noemen) daar totaal anders over denken betekent dat het wel eens om en ander probleem kan gaan.
Binnen de PvdA is er rond deze kwestie een heuse storm uitgebroken en als het binnen de PvdA stormt dan krijgt PROGRESSIEF WOERDEN daar electoraal gesproken althans een zucht(je) van mee. En dat werkt niet in ons voordeel. Geluk bij een ongeluk is dat de clubs van Wilders en Verdonk op plaatselijk niveau niet vertegenwoordigd zijn, anders zou de schade wel eens aanzienlijk kunnen zijn. Kijk maar naar wat Maurice de Hond wekelijks uit de hoge hoed van de polls tovert. Verdonk op 19 zetels, Wilders op 15, als er nu verkiezingen zouden zijn. Het is toch niet te filmen. Want waar staat zij nou voor?! Eén ding staat echter vast: Wilders en Verdonk spinnen garen bij dit soort nieuws. Je zou er haast een complot achter denken. Want het anti-Islamsentiment, steeds prominenter in onze samenleving aanwezig en door Wilders en Verdonk tot de laatste druppel uitgemolken, wordt hierdoor gevoed.
Alles wordt herleid tot de Islam, al moet dat iets er soms met de haren bijgesleept worden. Hoofddoekjes, vrouwenonderdrukking gebaseerd op de Koran. Gearrangeerd huwelijk idem dito. Vrouwenbesnijdenis, dito met een sterretje. Deze voorbeelden laten zich met gemak aanvullen, tot de losse stoeptegel aan toe, ook de schuld van de Islam. Het illustere duo laat geen gelegenheid voorbij gaan om dat ook te doen. Beiden zijn in teren van Trouw-columnist Hans Goslinga, het product van de a-religieuze, zo niet antireligieuze, cultuur die in Nederland vanaf de jaren zestig dominant geworden is. Beiden kunnen ook beschouwd worden als geradicaliseerde kinderen van de individualisering. Net als de secularisering het andere grote maatschappelijke proces dat de westerse wereld overhoop heeft gegooid. Voor beiden is het individu de maat aller dingen: ongeremd, narcistisch, rechten opeisend.
Maar in de politieke arena niet van zins om verantwoording af te leggen en verantwoordelijkheid te dragen. Met zijn onverwachte en vooralsnog onbegrepen oproep tot polarisatie en confrontatie omwille van de emancipatie begeeft Wouter Bos zich op het hellende vlak. Over twee jaar zullen we daarvan als PROGRESSIEF WOERDEN de wrange vruchten plukken. Hoe dit ook zij, het leidt in iedder geval tot een situatie waarin Nederland duwt en Turkije trekt. Uit de cijfers van het CBS blijkt dat steeds meer jonge, goed- en hoogopgeleide Turkse Nederlanders hun schepen achter zich verbranden om naar Turkije te verkassen en daar een toekomst op te bouwen. Willen we dat? Hebben we dit soort mensen voor ons land niet brood- en broodnodig? Wilders en Verdonk zullen daar geen traan om laten, maar sociaal en economisch is dat voor Nederland een verliespost.