Boos
Geschreven door Wim van Geelen op 12 juni 2008
Boos was hij, nee razend. We hebben het dan over niemand minder dan Hendrie van Assem, fractieleider, maar nu beter gekwalificeerd als fractielijder, van Inwonersbelangen.
Gespot tijdens de op 11 juni jl. gehouden vergadering van het presidium, zeg maar de bijeenkomst van alle voorzitters van de fracties in de Woerdense gemeenteraad. Wat was er nu weer aan het handje? Het begon allemaal bij de Rotary, dat eerbiedwaardige gezelschap van Woerdense notabelen en anderen die zich onder dat vaandel willen scharen. Die club had beeldend kunstenaars uitgenodigd voor een internationaal beeldhouwersymposion, verleden jaar gehouden in één van de hallen van het Defensie-eiland. Een sympathiek idee, zeker als het iets oplevert dat beklijft. Een symposion is meestal een praatgebeuren, maar dit keer niet, want de deelnemers aan het symposion hebben allen een beeld gemaakt. De Rotary leek het wel een leuk idee om de beelden aan de gemeente te schenken. Zij waren er dan vanaf en een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. Dus men verkeerde in de veronderstelling dat Woerden die beelden wel ergens in de openbare ruimte een plaats zou geven. Maar waar bleven ze nou?
Van Assem duurde dat wat al te lang. Reikhalzend had hij naar de beelden uitgezien, die er maar niet kwamen. Reden om aan te kondigen daar vragen over te stellen. Dringend werd hem echter verzocht om nog even te wachten met het stellen van die vragen. Reden: geen ambtelijke capaciteit om de vragen te beantwoorden. Over een week zouden die vragen nog net zo actueel zijn. Dus wacht er nou even mee, was de dringende boodschap. Niet aan dovemansoren gezegd, want Van Assem deed keurig wat hem gevraagd werd, maar kwam van een koude kermis thuis. Want de pers had ook lucht gekregen van zijn ambitie om over dit onderwerp vragen te stellen. En men ging te raden bij de verantwoordelijk wethouder Beelden en dat was niemand anders dan Wim Groeneweg, ook nooit te beroerd om de pers te bedienen.
Hij wist te melden dat de beelden wel erg zwaar waren en als je dan rekening houdt met de slappe grond dan moest het wel duidelijk zijn voor iedereen dat het nog heel wat hoofdbrekens zou kosten om de beelden ergens te plaatsen. Hij had ook nog iets nieuws te melden. De beelden waren niet alleen kunst, maar ook gebruiksvoorwerp, want ze waren ook bedoeld om erop te kunnen gaan zitten. Zitbankbeelden zo gezegd. De Dorps- en Wijkplatforms zouden er ook wat over moeten zeggen zei de wethouder die over alles lijkt te gaan in Woerden, dus ook over beelden. Het kon dus nog wel even duren voor ze er zouden staat, en ik voeg eraan toe: als ze er ook zouden komen. Beelden immers zijn kunstproducten die de gemoederen van wijkbewoners heel behoorlijk kunnen bezighouden. Emoties, emoties. Kunstwethouder Loes Ypma werd ook door de pers over de beelden het vuur na aan de schenen gelegd. Zij deed er nog een schepje boven op: “zeven banken binnen de singels is wat veel” en “ de beelden passen ook niet overal”. Loes illustreerde dat door te melden dat één van de beelden heel veel weg had van een fallussymbool. Zo’n beeld in Zegveld, zeg tegenover de kerk, je hoeft niet veel fantasie te hebben om te weten dat dàt vragen is om problemen. In Wageningen kunnen ze daarover meepraten.
Maar goed heel begrijpelijk dat Van Assem des duivels was. Vragen hoeft hij niet meer te stellen. Via de krant zijn ze al beantwoord, voordat hij ze gesteld had. Een frustrerende ervaring.
Maar wij als PW zijn niet te beroerd om hem de helpende hand toe te steken. Toen ik vernam dat er vragen over dit onderwerp gesteld zouden worden had ik er een beetje de smoor in. Ik had ook vragen, maar was iets te laat. In de Raad was ik afgelopen maand bij het debat over de Cultuurnota de enige die iets gezegd had over het thema beelden in de openbare ruimte en daar had ik nu een vervolg aan willen geven. Als ervaringsdeskundige, niet lang geleden als secretaris-penningmeester van het comité Joods Monument in Woerden had ik alles rondom de procedures die je moet doorlopen om zo’n beeld(engroep) ergens geplaatst te krijgen al meegemaakt en mij was toen opgevallen dat er nog al wat leemtes zaten in die procedure. Toen telde voor mij alleen het resultaat. De beelden van het Joods Monument kregen een plaats in de Prins Bernardlaan, maar ik nam me voor om als de gelegenheid zich zou voordoen die procedure eens tegen het licht te houden. Getriggerd op het onderwerp was ik ook door mijn schoonzuster die, woonachtig op de Van Kempensingel, een aantal jaren geleden onverhoeds van de gemeente een aantal beelden voor haar raam kreeg. Zij had er niet om gevraagd en vond het resultaat ook maar helemaal niks. Wel om er even tegenaan te kijken, maar niet om er tot in de eeuwigheid mee geconfronteerd te worden.
Die gelegenheid om daar iets aan te doen doet zich nu voor en ik ben dan ook van plan contact op te nemen met Inwonersbelangen om te proberen samen vragen te stellen of beter nog: om een gezamenlijke motie in te dienen over het gemeentelijk beeldenbeleid of om een initiatiefvoorstel in te dienen. Dat stijgt uit boven het niveau van de fallus van Loes. Mij gaat het om de plaatsingscriteria en wie dat bepaalt De gemeente in ieder geval niet, want die heeft geen verstand van kunst en mag dat ook niet hebben. Maar wie dan wel? Verder zijn natuurlijk ook de ruimtelijke aspecten van belang, de invloed die burgers, vooral degenen die beelden voor hun neus krijgen, kunnen uitoefenen en het onderhoud. De beelden plaatsen is één ding, ze te onderhouden iets gans anders en dat kost geld. En dan komt de Raad weer in beeld. Het onderhoud kost een hoop geld. Geen wonder dat de Rotary blij was dat ze er vanaf was. De gemeente zit er nu mee in haar maag. Tijd dus voor een echt beeldenbeleid dat wat mij betreft ook echt beeldend mag zijn.