Auschwitz en Sobibor

Geschreven door Wim van Geelen op 11 mei 2009

“Auschwitz, Sobibor, Apeldoorn maar even niet” Iedereen die in Nederland een column schrijft of via de radio een column uitspreekt heeft het over het drama Apeldoorn gehad. Ik nu dus maar even niet. Dat geeft de mogelijkheid om het over iets anders te hebben dat zich de afgelopen week afgespeeld heeft

Op 4 mei, vandaag op de kop af 1 week geleden, was het dodenherdenking. Het heeft mij als oud secretaris-penningmeester van het comité Joods Monument in Woerden, buitengewoon goed gedaan dat ook dit monument in de herdenkingsplechtigheid betrokken is geweest. Direct na afloop van de plechtigheid bij het monument op de Algemene Begraafplaats aan de Meeuwenlaan werden 14 rozen neergelegd bij het Joods Monument aan de Prins Bernhardlaan ter herinnering aan de 14 Joodse inwoners van Woerden die door de bezetter en hun Nederlandse handlangers werden vermoord. Daar werd ook de kaddisj gezegd, het Joodse gebed voor de doden.

14 Woerdenaren die vermoord werden alleen omdat ze 3 of 4 grootouders hadden die Joods waren. Meer dan 100.000 Nederlanders ondergingen hetzelfde lot. De meesten van hen in de vernietigings-kampen Auschwitz en Sobibor. Ongelooflijk. Nog ongelooflijker zijn de verhalen van de Joodse Nederlanders die de Holocaust overleefden. Tot op de dag van vandaag worden we ermee geconfronteerd, vooral als het om gestolen kunst gaat. Maar er zijn ook nog tal van andere onverkwikkelijke zaken, die je in verbijstering achterlaten als je er via kranten of boeken kennis van krijgt. Een schandvlek.

Niet te geloven is ook dat het zo lang geduurd heeft voordat Woerden dit monument kreeg, meer dan een halve eeuw! Ongelooflijk is ook hoe het gegaan is. Het is een verhaal apart dat best nog eens verteld mag worden.

Het begon allemaal bij een uitgebreid artikel dat oud-Woerdenaar Wout Ultee, hoogleraar Sociologie te Nijmegen liet verschijnen in het oktobernummer van Heemtijdingen (1999). In de slotalinea is een pleidooi te vinden voor een gedenkteken met de namen van de 14 omgebrachte Joodse inwoners, waarvan 13 in Sobibor en 1 in Auschwitz. Ik pakte dit gegeven op in een aflevering van de Groene Woerdenaar en op haar beurt haalde dat artikeltje de Woerdense Courant van 5 mei 2000. Citaat: “Een comité uit de bevolking moet de plannen voor een monument ter herinnering aan de in ’40 – ’45 vermoorde Joodse Woerdenaren verder uitwerken, aldus het GroenLinks-raadslid W. van Geelen”. Niet lang daarna werd ik gebeld door een ondernemer, ooit in Woerden woonachtig geweest in een woning waar tot in de oorlog Joden hadden gewoond. Hij ging er zonder meer vanuit dat ik het initiatief zou nemen voor een dergelijk monument en bood mij 50.000 gulden aan. Het eerste begin om de kosten voor een monument te dekken waren dus al binnen. Dat ik slechts een artikeltje geschreven had wilde er bij hem niet in en hij bleef aanhouden. Ik moest en zou het doen. Na er een nachtje over geslapen te hebben ging ik akkoord. Om te beginnen met het zoeken van comitéleden. Mannen als Nico van der Steeg van het 4 en 5 mei-comité, Karel Maartense van de Historische Kring en Karel van den Bosch van het KUVO waren bereid de kar mee te trekken en zo is het gekomen. Hoewel met het bestuur van het toenmalige comité 4 en 5 mei de afspraak gemaakt was dat er op 4 mei geen herdenking bij het Joods Monument zou plaatsvinden, was ik ontroerd door het feit dat er dit jaar toch 14 rozen neergelegd zijn ter herinnering.

Wout Ultee wilde nog een monument oprichten en wel voor de helpers. Mensen die Joden hebben laten onderduiken en zonder wier heldenmoed het dodental 20.000 hoger geweest zou zijn.

Dat monument is er niet gekomen.

Om dit soort helpers uit een ander land te gedenken gebeurde dat wel. Voor hen werd een monument opgericht in de vorm van een fotoboek. Dat behandelt de redding van de hele Joodse bevolking van Albanië. Het heet “Besa, muslims who saved Jews” en is van de hand van Norman H. Gersham. Nu waren de omstandigheden in Albanië in de Tweede Wereldoorlog totaal verschillend van die in Nederland, nauwelijks een bevolkingsadministratie, bergachtige gebieden en een marginale Duitse bezetting, maar toch. Dankzij “besa” en dat staat voor een erecode om vluchtelingen kostte wat kost te helpen, werd de hele Joodse bevolking van Albanië van de gaskamers gered, alsmede nog honderden vluchtelingen uit Griekenland en Kosovo.

Tenslotte nog een voorbeeld van moslims die veel Joden gered hebben. De naam van de Zweedse consul Raoul Wallenberg kennen we allemaal. Hij redde een paar duizend Joden uit de klauwen van de Nazi’s in Boedapest door vervalste paspoorten uit te geven. Na de oorlog verdween Wallenberg spoorloos.

Helemaal niet bekend is dat hetzelfde en dat op nog grotere schaal gebeurde door de Turkse consul-generaal in Parijs, Fikret Özdoğancı. In een voetnoot op één van de laatste pagina’s van het boek “Ondergang” van Presser over de Jodenvervolging staat te lezen dat de enkele tientallen Joden met een Turks paspoort in Nederland ook de dans ontsprongen door interventie van de toenmalige Turkse regering. Niemand die dat weet. Maar Turkije heeft meer Joden van een zekere dood gered dan het aantal dat in Nederland de dans ontsprong. Wie dat allemaal eens precies na wil lezen moet zeker het boek van Stanford J. Shaw, “Turkey & the Holocaust”, London Macmillan Press Ltd uit 1993 raadplegen. Daar staat het allemaal in.

Daar kan de paus, vandaag 11 mei 2009 in Israël aangekomen, een voorbeeld aan nemen. Maar dat is een lafaard. Wel Yad Vashem bezoeken, maar met een boog om de zaal heen lopen waar .de herinnering aan oorlogspaus Pius XII levend wordt gehouden. Wat Pius XII gedaan en niet gedaan heeft in de Tweede Wereldoorlog om Joden te redden weten we uit “der Stellvertreter”.


Deel dit artikel